Het laatste deel van de westgevel dat niet is gepleisterd. Bij de overgang naar het gepleisterd gedeelte, is een oude muuraansluiting zichtbaar. Aan de nog aanwezige fundamenten te zien, liep deze aanbouw 6,7 meter door naar links (westwaarts).
Onder de zijdeur aan de achterkant van de westgevel, zat een stuk Bentheimer-zandsteen verwerkt dat bijzonder gedecoreerd was. In de grond er onder zat ook nog een stuk. Het zal hergebruikt sloopmateriaal zijn wat ergens uit de directe omgeving kwam. Voor de functie van drempel ga je geen sloop materiaal van ver halen.
Het symmetrisch zandstenen element wat oorspronkelijk ruim 2,5 m breed. Rechts zit nog een ijzeren dook wat er op duid dat het met nog een zandstenen element verbonden was. Zou dit ooit in de voorgevel van de Grote kerk uit 1800 gezeten hebben? In de eerste bouwplannen uit 1778 wordt wel gesproken over Bentheimer-zandsteen boven de ingang met daarin het wapen van graaf Van Rechteren en Almelo. Of die wapens in de Franse tijd nog zijn aangebracht, valt te betwijfelen.
In de periode van verval is tijdens het instorten van de kap een deel van de westgevel ingestort. Deze gevel was achteraan het zwakste omdat het een steens muur was. De oostgevel was achteraan anderhalf steens. Vanaf het gedeelte waar nog binnenmuren stonden, is nog wat van de zijgevel blijven staan. De op onderstaande foto nog aanwezige kozijnen zijn er ergens in de 20e eeuw geplaatst. Alleen het kelderraam wat nog net rechtsonder zichtbaar is, is waarschijnlijk nog origineel. Het kozijntje heeft mooie ronde bovenhoeken en is voorzien van rechthoekige tralies die in een zandstenen onderdorpel staken.